Home

Detailpagina

The athlete’s heart; a physiological or a pathological phenomenon?

B.M. (Babette) Pluim

Rijksuniversiteit Leiden, 1998 

Naar aanleiding van de onrust over het sporthart werd in dit proefschrift de verschillen tussen het pathologisch vergrote hart en het vergrote hart van een sporter, alsmede de verschillen tussen kracht- en duursporters onderzocht. Hierbij werd gebruik gemaakt van magnetische resonantie imaging (MRI) en spectroscopie (MRS), 2-dimensionale echocardiografische oppervlakte- lengte methoden en één dimensionale M-mode echocardiografie.  

Bij het opmeten van het hart bleek dat van de echografische methodes, de methode volgens de American Society of Echocardiography het nauwkeurigste was. MRI en MRS lieten zien dat er sprake was van linker ventrikelhypertrofie, echter zonder pathologische veranderingen in vorm, functie of hoog-energetisch fosfaat metabolisme. Er werd geen relatie gevonden tussen de mate van hypertrofie en hartritme variabiliteit. Duursporters hebben doorgaans een groter hart, terwijl krachtsporters een dikker hart hebben. Het verschil is echter niet zo groot dat een atleet op basis hiervan als duur- of krachtsporter geclassificeerd kan worden. 
De conclusie van het proefschrift is dat het sporthart vooral een fysiologisch fenomeen en geen duidelijk pathologisch fenomeen is. Men zal echter wel alert moeten zijn op uitzonderlijke gevallen van linker ventrikelhypertrofie en ECG-afwijkingen.  

Deel dit bericht via:

Vorig bericht

Functional vascular problems in the iliac arteries in endurance athletes. A new concept to explain flow limitations: diagnosis and treatment.

Volgend bericht

The epidemiology of soccer injuries in a new perspective