Sportgeneeskunde sprak Ria van Rooijen over schietsport en de voorbereidingen op de Olympische Spelen. Twaalf jaar lang was ze bondsarts bij de schietsport.
Bij welke sport ben je betrokken?
‘Ik ben betrokken bij de schietsport en ik heb een verleden in het waterpolo en in de schietsport. Ik heb als sportarts gewerkt bij Defensie, het onderdeel Trainingsgeneeskunde en Trainingsfysiologie (TGTF) en bij de KNVB. Ook ben ik bij de Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie (KNSA) twaalf jaar bondsarts geweest. Sinds 2011 ben ik classifier aangepaste schietsport en in 2008 heb ik de ruiterploeg mogen begeleiden tijdens de Olympische Spelen in Peking.’
Lees ook: Schietsport beoefenen tijdens de zwangerschap
Hoelang ben je al bij de schietsport betrokken?
‘Zelf schiet ik al ruim 40 jaar. In 1999 ben ik begonnen als bondsarts, totdat de organisatie van de topsport en de begeleiding daarvan werd gecentraliseerd in Papendal (luchtdrukwapens) en bij het schietportcentrum in Emmer-Compascuum (kleiduiven en vuurdisciplines).’
Hoe veel tijd ben je kwijt met de voorbereidingen voor de Olympische Spelen?
‘Nu ben ik er geen tijd meer aan kwijt. Er is bij de Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie (KNSA) geen bondsarts meer. De artsen van SMC Papendal doen wat nodig is. Vroeger was er voor de sporters een jaarlijks groot sportmedisch onderzoek om gezondheid en fitheid te monitoren, adviezen te geven en was er het hele jaar door begeleiding. Hierbij werd samengewerkt met de trainers/coaches, was er aandacht voor fysieke training, voeding en mentale zaken. En natuurlijk ook voor het voorkomen en de behandeling van blessures, en de verbetering van prestaties.’
Lees ook: Zijn er specifieke schietsportblessures?
Wat wens je de schietsport toe?
‘Dat de sport meer in beeld komt als mooie concentratiesport voor vrijwel alle leeftijden en ook voor mensen met handicaps. Zelfs voor blinden is schietsport mogelijk, dan werk je met geluidssignalen. Ook hoop ik dat de olympische disciplines van de schietsport bekender raken, zodat er meer deelnemers komen en je dus een betere competitie krijgt. Helemaal mooi zou het zijn als er een dag komt over schietsport voor sportartsen en sportfysiotherapeuten.’
Is er iets dat je niet meer gaat doen?
‘Ik ga niet meer voor topsportbegeleiding de wereld overvliegen. Ik ga nadenken waar ik mijn tijd wel aan ga besteden, zodat ik met passie en compassie een zinvolle bijdrage kan leveren om de wereld een stukje beter achter te laten.’
Wat zeggen sporters en patiënten over je?
‘Een patiënt zei: ‘het lijkt wel of je kunt toveren, zo snel als mijn klachten verdwijnen. Er is veel gebeurd door en na de behandelingen, ik heb veel emoties laten gaan. Daardoor is die hamstringblessure helemaal verdwenen.’