Abstract Reijs lecture
Uitgesproken op 30 november 2023 door professor dr. Frank J.G. Backx, sportarts
Sportgeneeskunde; veerkrachtig, lange adem en vernieuwend
Sportgeneeskunde is een prachtig jong vak. Jong, in de zin van pas sedert juli 2014 door de minister van VWS erkend als medisch specialisme. Voorheen behoorde sportgeneeskunde tot de Sociale Geneeskunde. Sinds 2016 kan iedere Nederlander, sporter of niet, via een verwijzing van huisarts of medisch specialist naar een sportarts, hetgeen sindsdien onder de basisverzekering valt.
De VSG (1965) heeft als wetenschappelijke beroepsvereniging een initiërende en cruciale rol gespeeld in het bereiken van de status van medisch specialist. Zo is sportgeneeskunde nu 1 van de 32 specialismen, verenigd in de Federatie Medisch Specialisten (FMS). Voor dat laatste lidmaatschap wordt een pittige contributie gevraagd, maar dat zorgt er wel voor dat al onze belangen worden vertegenwoordigd en we volledig meetellen, op gelijkwaardigheid meepraten en meedenken. En dat voor een relatief kleine club van 173 geregistreerde sportartsen (waarvan 32 AIOS)!.
Momenteel hebben we de wind mee, d.w.z. bewegen is een thema (naast sport) dat veel maatschappelijke en wetenschappelijke aandacht krijgt, waarbij onze inbreng nadrukkelijk wordt gevraagd. Maar er zullen ook mindere tijden komen, waar we ons op moeten voorbereiden. Tegen de stroom in en met een grote dosis energie is sportgeneeskunde qua accent verschoven van preventie naar diagnostiek en therapie; van extramuraal naar deels intramuraal.
Waar zijn wij expert en uniek in? Dat lijkt toe te schrijven aan een combinatie van:
- specifiek ketenonderzoek van het totale houdings- en bewegingsapparaat (HBA) m.b.t. gewrichten, ligamenten, spieren en pezen
- veel kennis over inspanningsfysiologie en trainingsleer
- gerichte sport- en beweegadviezen (andere concullega’s zoals de orthopeed en de fysiotherapeut die zich ook als Specialisten in Bewegen profileren);
- multidisciplinair werken;
- compassievol communiceren.
Feitelijk is heel Nederland onze potentiële klant, want we bestrijken het hele beweegcontinuüm van lichamelijk inactieven t/m topsporters. Deden we dat eerst vanuit een SportMedisch Adviesbureau (SMA), nu kennen we Zelfstandige Behandelcentra (ZBC’s) en Sportgeneeskundige Afdelingen (SGA’s) in ziekenhuizen. En reeds decennia worden de meeste sportbonden en profclubs begeleid door sportartsen.
Inhoudelijk is het vak niet meer alleen gericht op blessures en preventieve sportmedische onderzoeken met maximale inspanningstesten. Het vak is verrijkt met Exercise is Medicine (E=M), waardoor we ook door primaire behandelaars worden gevraagd om samen een chronisch zieke pat. optimaal te begeleiden. Dit begon met diabetes mellitus en hartrevalidatie, hetgeen heden ten dage is uitgebreid naar talrijke chronische ziekten, inclusief artrose, getransplanteerden en oncorevalidatie. Waar een doorsnee arts blijft steken bij algemene adviezen van ‘’u moet meer bewegen’’, is een sportarts geschoold om dit nader te specificeren qua frequentie, duur, intensiteit en type.
Mijn toekomstvisie qua ontwikkeling van het vak Sportgeneeskunde:
- Binnen de sportgeneeskunde gaan zich, naast generalisten, steeds meer superspecialisten ontwikkelen;
- Mede door de dure 2e lijn (louter voor complexe zorg) gaan we in toenemende mate buiten het ziekenhuis werken, anders gezegd, ons in de 1,5 lijns zorg positioneren, met een nauwe verbondenheid aan een ziekenhuis;
- Bewegen en Sport, als onderdeel van een Gezonde Leefstijl, krijgt steeds meer overheidssteun.
Om onze positie te bestendigen is het daarom van belang om:
- te blijven innoveren en de regie te pakken bij het herinrichten, verbeteren en vernieuwen van de zorg.
- research te blijven doen (plus korte verbinding met wetenschappelijke instellingen als Universiteiten en Hogescholen) en daarbij de VSG-Kennisagenda uit te werken en z.n. te actualiseren
- te blijven publiceren, niet alleen in peer-reviewed journals maar ook in populaire landelijke dagbladen, overeenkomstig Science in Transition.
In 2028, tijdens 100 jaar Sportgeneeskunde, zal er weer een Reijs lecture plaatsvinden.