Ulnar Collateral Ligament Insufficiency of the Elbow in Overhead Athletes

R.J. (Rik) Molenaars

Erasmus Medical Center, 2024

Blessures aan het ulnaire collaterale ligament (UCL) zijn een medisch probleem in honkbalculturen, zoals die van de Verenigde Staten en Japan. Ondanks uitgebreid onderzoek is het aantal UCL operaties de afgelopen decennia gestaag toegenomen, vooral onder jonge werpers. Dit proefschrift richt zich op UCL letsel bij bovenhandse sporters ten gevolge van repetitieve (over)belasting van de elleboog (in tegenstelling tot letsel ten gevolge van een acuut trauma).

Impact, diagnostic imaging and prognosis of Achilles tendinopathy

T. (Tjerk) Sleeswijk Visser

Erasmus University Rotterdam, 2024

This thesis emphasizes key clinical insights for managing Achilles tendinopathy (AT), highlighting the importance of standardized outcome measures, personalized rehabilitation, and socioeconomic considerations in treatment. It advocates for the use of a core outcome set (COS-AT) in future clinical trials, which includes the VISA-A questionnaire, single-leg heel rise test, and pain assessments via VAS scales. The single-leg heel rise test, influenced by patient characteristics, should be personalized for optimized rehabilitation. The thesis also shows the significant impact of AT on quality of life, particularly in mobility, pain, and daily activities, with estimated annual costs of €840 per patient, stressing the need for improved treatment and prevention strategies.

In terms of diagnostic imaging, the thesis confirms that ultrasonography (UTC) is a reliable method for assessing Achilles tendon thickness, though measurements at the tendon insertion are less reliable. Tendon thickness is influenced by personal characteristics as age and height, and established normative values can aid clinicians in distinguishing between normal variation and pathological changes. Notably, not all patients with clinical signs of AT show tendon thickening. Lastly, the thesis suggests that clinicians should consider the socioeconomic status of patients, as it may influence treatment outcomes.

Prognostication and Local Management in Bone Metastatic Disease

Q.C.B.S. (Quirina) Thio

Amsterdam, AMC-UvA, 2022

Waar patiënten in het verleden (vroeg in het beloop) overleden ten gevolge van kanker, zijn er in de laatste decennia zo veel medische ontwikkelingen geweest dat de verwachting is dat kanker op den duur wellicht een chronische ziekte wordt. Kanker is echter een heterogene ziekte en binnen een bepaalde kankersoort kunnen enorme verschillen zijn tussen de agressiviteit van tumoren, de respons op behandeling en de overleving. Het is van cruciaal belang om in de diverse stadia van de ziekte deze uitkomsten te kunnen voorspellen. Dit proefschrift richt zich op het voorspellen van de prognose bij patiënten die lijden aan botmetastasen in verschillende fasen van de ziekte.

Vasoplegia after heart failure surgery

M.E. (Marieke) van Vessem

Universiteit Leiden, 2022

Voor sommige patiënten met ernstig hartfalen is een operatie bewezen effectief. Een operatie is echter niet zonder risico’s. Vasoplegie, een vorm shock waarbij de bloedvaten verwijden, is een veel voorkomende ernstige complicatie met slechte overlevingskansen. Potentiële risicofactoren (zoals bloedarmoede en een hoger schildklierhormoongehalte) en beschermende factoren (zoals een betere nierfunctie, gebruik van bètablokkers en een hoge bloeddruk) zouden kunnen worden gebruikt om het risico op vasoplegie voorafgaand aan de operatie in te schatten. Ook specifieke kenmerken van de operatie die geassocieerd zijn met een verhoogd risico op vasoplegie (zoals de tijdsduur van de operatie en de reactie van de bloedvaten op specifieke medicijnen) zouden kunnen worden gebruikt om het risico op vasoplegie te kunnen beoordelen.

Advanced echocardiographic techniques in hereditary cardiac diseases

Y.L. (Yasmine) Hiemstra

Leiden Universitair Medisch Centrum, 2021

In dit proefschrift is het gebruik van geavanceerde echocardiografische technieken geëvalueerd bij patiënten met erfelijke hartziekten: hypertrofische cardiomyopathie (HCM) en primaire mitralisinsufficiëntie (MI). Daarnaast werden het familiair voorkomen en de pathofysiologie van mitralisklep-afwijkingen bij patiënten met primaire MI onderzocht. De potentiële rol van verschillende echocardiografische metingen, zoals de tweedimensionale ‘speckle-tracking’ echocardiografie, bij het verbeteren van risicostratificatie bij patiënten met HCM en primaire MR wordt besproken. In de introductie wordt ook verder ingegaan op de pathofysiologische processen die leiden tot mitralisklep-afwijkingen zoals die gezien worden bij primaire MI en tevens werd de mogelijke genetische component van mitralisklepprolaps besproken.

The Development of the Non-Perfect Hip in Young Athletes

P. (Pim) van Klij

Erasmus MC, 2021

In this thesis, several topics related to hip and groin are touched upon. Normal values of hip muscle strength and symptomatology (by HAGOS questionnaire) in professional football and field hockey players are determined. Despite the fact that field hockey is a very popular professional Olympic sport, no previous literature was available about this topic. In the following chapters, adolescent football players of Feyenoord Academy are included to study the development of the hip joint. Predominantly cam morphology, which is an extra bone formation on the anterolateral head-neck junction, is studied in relation to the proximal femoral growth plate, several radiological hip parameters (NSA, EE, LCEA), hip range of motion and symptomatology. To classify cam morphology, mostly the alpha angle is used as measurement, and we demonstrated that a cut-off of 60 degrees is currently most appropriate. Finally, the prevalence of cam- and pincer morphology is studied and its relation with hip osteoarthritis.

Achilles Tendinopathy: risk factors, imaging and treatment

A.C. (Arco) van der Vlist

Erasmus MC, 2020

Achilles tendinopathie, oftewel een blessure door overbelasting van de achillespees, is een veelvoorkomende blessure in de gehele populatie. Met name onder hardlopers vormt het een groot probleem waarbij 10% van deze groep klachten heeft van zijn of haar achillespees. Klachten zijn vaak beperkend zowel bij sportieve activiteiten alsook in het dagelijks leven. Herstel duurt vaak lang en is hierdoor veelal frustrerend voor zowel de patiënt als de zorgverlener. Dit wordt mede veroorzaakt doordat onbekend is welke behandeling het beste werkt, waardoor vaak meerdere behandelingen achter elkaar uitgevoerd worden door patiënten. Dit proefschrift heeft geleid tot meer kennis over risicofactoren op het ontwikkelen van achilles tendinopathie, de rol van beeldvorming met de focus op vaatnieuwvorming en de behandelopties bij patiënten met achilles tendinopathie.

Cardiac rehabilitation – How much pain for the optimal gain?

J.A. (Aernout) Snoek

Radboud Universiteit, 2020

Als gevolg van hart- en vaatziekten sterven wereldwijd jaarlijks meer dan 17 miljoen mensen. Het is hiermee de belangrijkste doodsoorzaak. Daarnaast is het met een geschat totaal van 210 miljard euro per jaar aan directe en indirecte kosten het duurste ziektebeeld in Europa. Primaire en secundaire preventie zijn van groot belang om de patiënt beter te kunnen helpen, maar ook om de kosten gerelateerd aan HVZ als chronische aandoening te beperken.

Chronic exercise-related leg pain: diagnosis and treatment in the armed forces

W.O. (Wessel) Zimmermann

UMC Utrecht, 2019

Onderbeenklachten komen veel voor in het leger. Daarom heeft de afdeling sportgeneeskunde van de Koninklijke Landmacht een langdurig onderzoeksprogramma opgezet om militairen met onderbeenklachten zo goed mogelijk te helpen. Het onderzoeksprogramma heeft geleid tot meerdere publicaties, van verschillende specialisten in medische vakbladen. Nu is dit promotietraject afgerond door de Nederlandse sportarts Wessel Zimmermann, in samenwerking met sportartsen van een Amerikaanse militaire universiteit in Washington DC. De belangrijkste bevindingen in het proefschrift zijn: Als een militair langdurig onderbeenklachten heeft, die weinig verbeteren met eerste algemene behandeladviezen, zoals rust, dan moet de behandelaar de patiënt vragen om hard te lopen op een loopband, zodat de klachten worden opgewekt en een gedetailleerde diagnose kan worden gesteld.

Skeletal muscle characteristics and exercise intolerance in chronic heart failure

V.M. (Victor) Niemeijer

TU Eindhoven, 2018

Mensen met chronisch hartfalen (CHF) hebben vaak meer moeite met inspanning door de beperkte hartfunctie maar ook door afwijkingen van de skeletspieren.
Uit het proefschrift blijkt dat bij een groot deel van de patiënten de spierconditie het voornaamste probleem is bij inspanning, in plaats van de beperkte hartfunctie. De spieren van patiënten met CHF blijken er anders uit te zien dan die van gezonde mensen, ze bevatten meer type II vezels. Deze spiervezels zijn minder afhankelijk van de zuurstofaanvoer, maar raken veel eerder vermoeid. Bij langere of intensievere inspanning verzuren de spieren en kan de patiënt de inspanning niet meer volhouden.
Door een hoog intensieve intervaltraining (HIIT) verbeterden patiënten met CHF het piekvermogen en/of de reservecapaciteit van de hartspier en daarmee hun inspanningscapaciteit.

The young athlete’s heart – An electrocardiographic challenge

B. (Bram) Bessem

Rijksuniversiteit Groningen, 2017

Het plots overlijden van een jonge sporter is een zeer aangrijpende gebeurtenis. Als een jonge sporters plots komt te overlijden ligt hier meestal een onderliggend cardiaal lijden aan ten grondslag. Om deze cardiale afwijkingen op te sporen bestaat er sinds 2006 een cardiale screening voor jonge sporters waarbij ook een rust-ECG wordt gemaakt (Lausanne aanbevelingen). De ECG-criteria die in deze aanbevelingen werden geadviseerd zijn in totaal 5 keer vernieuwd, waarbij de laatste editie in februari van 2017 is verschenen (de Internationale ECG criteria). Alle gepubliceerde ECG-criteria hebben maar enkele differentiaties op basis van de karakteristieken van de sporter.
In dit proefschrift wordt de impact van de verschillende karakteristieken van de sporters (leeftijd, geslacht, sport blootstelling) op het sporters-ECG besproken. We concluderen dat we momenteel nog steeds ongedifferentieerde normaalwaarde-referenties gebruiken, terwijl er veel aanwijzingen zijn dat er op basis van de karakteristieken van de sporter verschillende normaalverdelingen zijn. We adviseren dan ook het gebruik van een meer gepersonaliseerde vorm van geneeskunde waarbij normaalwaardes meer gedifferentieerd zijn en meer passend bij de karakteristieken van de patiënt/sporter.

Novel Insights in Elbow Trauma

F.M.A.P. (Femke) Claessen

Universiteit van Amsterdam, 2016

Trauma van het bewegingsapparaat is een veelvoorkomende oorzaak van verminderde kwaliteit van leven in westerse landen. Ongeveer negen procent is gerelateerd aan de elleboog. Er zijn verschillende soorten elleboogtrauma die kunnen resulteren in ligamentletsel, peesletsel, zenuwletsel en vasculair letsel. Er zijn ook vormen van overbelastingsletsels die ontstaan door herhaald microtrauma van de elleboog, zoals valgus extensie overload syndroom, osteochondrosen en osteochondrale laesies. In dit proefschrift wordt een aantal waarnemingen beschreven bij patiënten die een elleboogtrauma hebben ondergaan.

Brace beats Balance Board. Ankle sprain prevention; from evidence, via practice to the athlete

K. Janssen

VUmc Amsterdam, 2016

Bracen, balanstraining of een combinatie; welke optie werkt het beste om een enkelverstuiking te voorkomen? In dit proefschrift worden 384 sporters een jaar lang gevolgd na een enkelverstuiking. De sporters werden verdeeld in drie groepen. Eén groep kreeg een brace voor tijdens sport voor één jaar. Een tweede groep kreeg een oefentol om thuis twee maanden op te trainen. Een derde groep kreeg een combinatie van beiden voor twee maanden. Na een jaar bleek dat bracen goedkoper is en meer enkelverstuikingen voorkomt dan trainen op een oefentol. Met andere woorden: balanstraining werkt goed, maar een brace nog beter!
In een tweede onderzoek wordt gekeken naar de waarderingen van drie verschillende typen bracen door voetballers, volleyballers en hardlopers. Ze droegen tijdens sport afwisselend een soepele compressiebrace, stevigere veterbrace of stijve semi-rigide brace. De bracevoorkeur verschilt per sport. Voetballers en hardlopers gaven de voorkeur aan de compressiebrace, terwijl volleyballers de voorkeur gaven aan de veterbrace. Artsen en fysiotherapeuten kunnen sporters met deze kennis een beter braceadvies geven.

Managing Acute Hamstring Injuries in Athletes

G. (Guus) Reurink

Erasmus Universiteit Rotterdam, 2016 

In dit proefschrift worden tachtig patiënten onderzocht met een acute hamstringblessure en staan twee aspecten centraal. Namelijk de effectiviteit van plaatjes-rijk-plasma injecties op het herstel na een hamstringblessure en de waarde van MRI bij hamstringblessures. Injectie met PRP is een populaire nieuwe behandelmethode die veelvuldig wordt toegepast bij sportblessures. Hierbij wordt lichaamseigen bloedplasma ter plaatse van het letsel geïnjecteerd, waarbij gedacht wordt dat de verhoogde concentratie groeifactoren in het bloedplasma het weefselherstel stimuleren. In een dubbelblind gerandomiseerde studie werd geen effect van PRP-injecties op de blessureduur en het aantal recidiefblessures gevonden.  

Reurink onderzocht ook de waarde van MRI voor het voorspellen van de blessureduur van hamstringblessures en bij beslissingen voor sporthervatting. MRI bleek geen aanvullende waarde bovenop het klinisch onderzoek te hebben voor zowel het voorspellen van de blessureduur als bij het bepalen of iemand weer klaar is om de sport te hervatten. PRP-injecties dragen dus niet bij aan een sneller herstel of het reduceren van de kans op een recidief hamstringblessure. En MRI-onderzoek heeft geen toegevoegde waarde bij het inschatten van de blessureduur of de kans op een recidief hamstringblessure.  

Identification of early degenerative changes in the knee after anterior cruciate ligament rupture

B.L. (Belle) van Meer

Erasmus MC Rotterdam, 2015 

Artrose is een veelvoorkomende ziekte van het bewegingsapparaat. Knieartrose is een multifactoriële ziekte, een belangrijke risicofactor is een doorgemaakt knieletsel. Een voorste kruisband (VKB) ruptuur is een veel voorkomende sportgerelateerde blessure. Dit proefschrift worden verschillende aspecten van het proces van VKB-ruptuur tot artrose bestudeerd.  

Een deelstudie toont aan dat patiënten die conservatief behandeld zijn, twee jaar na een VKB ruptuur gedeeltelijk herstel laten zien van de VKB op MRI en enige verbetering wat betreft knielaxiteit. Verbetering van VKB-kenmerken op MRI was matig geassocieerd met de verbeterde knielaxiteit. De resultaten van de prospectieve observationele studie toonden dat gedurende een periode van twee jaar follow-up na een VKB-ruptuur de botdichtheid in de aangedane knie significant lager is in vergelijking met de gezonde contralaterale knie. Ook toonden de resultaten dat twee jaar na een VKB-ruptuur vroege degeneratieve veranderingen in de knie, vastgesteld op MRI als progressie van kraakbeendefecten en/ of osteofyten, aanwezig zijn bij veertig procent van de patiënten. De volgende determinanten hadden een positieve significante relatie met vroege degeneratieve veranderingen: mannelijk geslacht, ten tijde van het VK-trauma opgelopen meniscusletsel en mediaal kraakbeendefect, aanwezigheid van effusie en botoedeem in het mediale compartiment een jaar na het trauma.