Het Internationaal Olympisch Comité heeft de gebundelde sportresearch van het AMC en VUmc aangewezen als een van de negen onderzoekscentra wereldwijd. In deze centra wordt onderzoek gedaan naar het voorkomen van sportblessures en naar de gezondheid van sporters in het algemeen.
De komende vier jaar gaan deze centra onderzoek doen naar de beste manier om blessures bij (top)sporters te behandelen en nog belangrijker: deze blessures trachten te voorkomen. Belangrijk in dit verband is het opsporen van risicofactoren, letselmechanismes en interventies. Het IOC gaat de negen centra financieel ondersteunen. Behalve in Amsterdam zijn er centra in Australië, Canada, Denemarken, Zuid-Korea, Noorwegen, Qatar, Zuid-Afrika en Groot-Brittannië.
Vliegwiel
Evert Verhagen en Willem van Mechelen, beiden verbonden aan de afdeling sociale geneeskunde van VUmc, zijn verheugd. Verhagen: 'Dit is een schitterende erkenning voor ons werk in de afgelopen jaren. We verwachten dat dit een vliegwiel is voor het onderzoek naar sport en gezondheid in Nederland. Iedere sportende in Nederland kan hiervan gaan profiteren.'
Ook Gino Kerkhoffs, hoogleraar orthopedie in het AMC, is dik tevreden met de erkenning van het IOC voor het werk dat er in heel Amsterdam wordt gedaan aan topsport. 'Dit is een waardering voor het werk in het AMC en VUmc. Nu kunnen we verder bouwen aan een mooie toekomst. We mikken op een High Performance Centrewaarin alle partijen in Amsterdam op het gebied van de sportgeneeskunde verenigd zijn. Dan gaan we ook topsporters behandelen. Als dat lukt staan we in de topvijf in de wereld.'
Blessures voorkomen
Het IOC heeft voor de Amsterdamse Collaboration on Health and Safety in Sports gekozen, omdat ze in de voorhoede staat van het sportgeneeskundeonderzoek. Bovendien willen AMC en VUmc de kennis die ze hebben inzetten om het welzijn van de topsporters te verbeteren, zodat deze met minimaal risico kunnen presteren op het hoogste niveau.
Ook wil het IOC veel meer aandacht voor onderzoek naar behandeling en preventie van sportblessures. Vroeger eindige een topsportcarrière bij ongeveer 25 jaar, nu gaan atleten soms op het hoogste niveau door tot hun 45ste. Het voorkomen van blessures is voor deze groep van groot belang.
Bron: VUmc