Sportgeneeskunde Nederland

Verstandig sporten en gezond bewegen

Header Tabs

Best practice: Fit bij Kanker, Maxima MC Veldhoven

 

Optimaliseren van de kwaliteit van leven voor de patiënt

Fit bij Kanker, Maxima MC Veldhoven

Veel patiënten lijden aan de negatieve gevolgen van kanker en kankerbehandeling (zie figuur A).

Figuur A. Impact van de ziekte en behandeling

 

In het Fit bij Kanker traject staat de beste en meest doelmatige (ondersteunende) zorg in samenspraak met de patiënt voorop. Deze wordt ingezet om oncologische patiënten te ondersteunen vóór, tijdens en ná hun oncologische behandeling. Hierbij gaat het om de verschillende domeinen van de algehele fitheid te weten; voedingsstatus, mentale gezondheid en fysieke fitheid. Het is succesvol wanneer de patiënt in eigen regie zijn eigen fitheid (weer) onder controle heeft.

Fit bij Kanker kán starten met prehabilitatie. Wanneer er daarna nog een zorgvraag is, wordt dit opgepakt via de Fit bij Kanker aanpak.

Bij Fit bij Kanker heeft de Verpleegkundig specialist oncologie een sleutelrol omdat zij een casemanager/regie heeft voor de zorg en dicht bij de patiënt staat. Inzet van paramedische dienst(en), medische psychologie, geestelijke verzorging en medisch specialistische beweegzorg, wordt mede bepaald aan de hand van triagetools, zoals de Lastmeter en FitMax©. De zorg is daarmee zo veel als mogelijk op maat en sluit aan bij de noodzaak voor en behoefte van de patiënt. Uitgangspunt is altijd dat toegewerkt wordt naar het weer zelf kunnen nemen van de regie voor de eigen fitheid.

In Máxima MC is vanaf 1-1-2019 medisch specialistische beweegzorg geïmplementeerd binnen de oncologie.

Het indicatiegebied bestaat uit patiënten voor wie trainen nuttig is, maar door co-morbiditeit, ziekte of behandeling het onvoldoende duidelijk is hoe ze kunnen trainen. Juist in de oncologie is er een substantiële groep patiënten die binnen deze indicatie vallen.

Medisch specialistische beweegzorg wordt binnen Máxima MC verleend door de sportarts. De sportarts brengt beperkingen in kaart, zoekt naar de mogelijkheden en identificeert met name de aspecten die trainbaar zijn. Zo nodig wordt aanvullende inspanningsdiagnostiek verricht.

Bij bezoek aan de sportarts is vooral het eerste consult tijdsintensief. De sportarts coacht de patiënt in het zo doelmatig mogelijk oppakken van de training. Hierbij wordt zo nodig paramedische hulp van met name fysiotherapeut, diëtist of ergotherapeut ingezet. Dit kan in zowel tweede als eerste lijn uitgevoerd worden. In vervolgconsulten worden resultaten geëvalueerd en wordt de patiënt begeleid om in eigen regie de fitheid (binnen de mogelijkheden van behandeling, ziekte en persoonlijke situatie) zo goed mogelijk te verbeteren. Bij afronding wordt de behandelregie voor fitheid teruggegeven aan de casemanager oncologie dan wel de huisarts.