“Iedereen die bij het sporten een blessure heeft opgelopen kan beter geholpen worden door een sportarts nu minister Schippers de sportgeneeskunde als specialisme heeft erkend”, dat zegt de voorzitter van de Vereniging voor Sportgeneeskunde Rhijn Visser. “Een sportarts zorgt ervoor dat je weer snel en verantwoord je sport kan oppakken en ook dat je weer aan het werk kan.
Jaarlijks zijn er 4,4 miljoen sportblessures in Nederland. Denk aan chronische liesklachten of overbelasting van de achillespees door het sporten. Meer dan een miljoen sportblessures komt door overbelasting. Sporters met acuut letsel komen meestal bij de huisarts of Eerste Hulp terecht. Zij leveren directe hulp. Maar bij gecompliceerde of langdurige blessures kan een sportarts als geen ander op basis van zijn kennis en ervaring als medisch specialist bepalen hoe iemand het beste kan herstellen. Een sportarts kijkt naar de oorzaak van de blessure en kijkt naar wat je nog wel kunt; zonder herstel in de weg te staan door (opnieuw) over de grens van belastbaarheid heen te gaan. Daarmee kan een sporter sneller weer veilig aan de slag. Nederland telt momenteel ongeveer 150 sportartsen.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft vandaag in een brief aan de Tweede Kamer de sportgeneeskunde als specialisme erkend. Daarmee is de sportarts een gelijkwaardige partner geworden van andere specialisten waardoor samenwerking en onderlinge doorverwijzing makkelijker wordt. Sport en beweging zijn belangrijk voor mensen en de sportgeneeskunde speelt een belangrijke rol bij het verkleinen van de gezondheidsrisico’s van sporten. Sportartsen adviseren op het gebied van preventie en kunnen nadelige gevolgen vroegtijdig onderkennen. Daarmee zijn die gevolgen minder groot en minder ernstig.