De Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG), Stichting Tegenkracht en brancheorganisatie Fit!vak hebben op 13 november een symposium georganiseerd, waarbij het ‘Kennisdossier beweeg- en sportbegeleiding bij kanker’ gepresenteerd werd. Doelstelling van het kennisdossier is om beweegprofessionals meer achtergronden te geven over de manier waarop zij kankerpatiënten die willen sporten optimaal kunnen begeleiden.
Ook bij de diagnose kanker wordt patiënten steeds vaker geadviseerd ‘in beweging’ te blijven. Bewegen heeft allerlei positieve effecten voor de lichamelijke en mentale gesteldheid van mensen. Stichting Tegenkracht heeft in de loop der jaren al meer dan 1.250 kankerpatiënten aan een ‘Sportplan op maat’ kunnen helpen.
De daar opgebouwde kennis is in een samenwerking met sportartsen en beweegprofessionals uitgebreid en samengevat in een boekwerk.
Het begeleiden van kankerpatiënten vraagt om deskundigheid van alle betrokken partijen. Na de oncologische behandeling in een ziekenhuis komt de (voormalige) kankerpatiënt in een traject waar oncologiefysiotherapeuten, sportartsen en sportbegeleiders goed moeten samenwerken. De oncologiefysiotherapeut is gespecialiseerd in het herkennen, behandelen en begeleiden van bewegingsproblemen die bij de oncologiepatiënt ontstaan door kanker of door de medische behandelingen van deze ziekte. De sportarts stelt met name de belastbaarheid van iemand vast, wat kan iemand wel en niet. De sportbegeleider moet bij zijn aanpak uiterst alert zijn op signalen die gedurende het traject zichtbaar zijn, en waar nodig doelstellingen bijstellen.
Matijs Jansen (coördinator bij Tegenkracht): “iedere deelnemer heeft zijn of haar eigen wensen, wij vragen de sportarts te kijken naar de belastbaarheid van die deelnemer, en wij gaan dan op zoek naar de goede begeleiding. Zo ontstaat iedere keer weer een 100% op maat gesneden begeleidingsplan. Het is fantastisch dat wij een super goede samenwerking hebben met vrijwel alle sportartsen en oncologiefysiotherapeuten in Nederland, en dat we heel veel sportcentra kennen die mensen optimaal kunnen begeleiden”.