Sportgeneeskunde is een prachtig jong vak. Sinds 2016 kan iedere Nederlander, of je nu wel of geen sporter bent, via een verwijzing van huisarts of medisch specialist naar een sportarts. Een afspraak bij de sportarts valt onder de basisverzekering.
De Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG - 1965) heeft als wetenschappelijke beroepsvereniging een initiërende en cruciale rol gespeeld in het bereiken van de status van medisch specialist. Zo is sportgeneeskunde nu 1 van de 32 specialismen, verenigd in de Federatie Medisch Specialisten (FMS).
Van preventie naar diagnostiek en therapie
Bewegen is een thema dat, naast sport, veel maatschappelijke en wetenschappelijke aandacht krijgt. Onze inbreng wordt nadrukkelijk gevraagd. Tegen de stroom in én met een grote dosis energie is sportgeneeskunde qua accent verschoven van preventie naar diagnostiek en therapie; van extramuraal naar deels intramuraal.
Sportarts een expert en uniek
Een sportarts is een expert en uniek door de combinatie van:
- specifiek ketenonderzoek van het totale houdings- en bewegingsapparaat (HBA) m.b.t. gewrichten, ligamenten, spieren en pezen;
- veel kennis over inspanningsfysiologie en trainingsleer;
- gerichte sport- en beweegadviezen (andere concullega’s zoals de orthopeed en de fysiotherapeut die zich ook als Specialisten in Bewegen profileren);
- multidisciplinair werken;
- compassievol communiceren.
Sportgeneeskunde bestrijkt het hele beweegcontinuüm van lichamelijk inactieven tot en met topsporters. Dat kan in Zelfstandige Behandelcentra (ZBC’s) en in Sportgeneeskundige Afdelingen (SGA’s) in ziekenhuizen.
Het vak sportarts is verrijkt
Inhoudelijk is het vak sportarts niet meer alleen gericht op blessures en preventieve sportmedische onderzoeken met maximale inspanningstesten. Het vak is verrijkt met Exercise is Medicine (E=M), waardoor we ook door primaire behandelaars worden gevraagd om samen een chronisch zieke patiënt optimaal te begeleiden. Dit begon met diabetes mellitus en hartrevalidatie. Heden ten dage is dat uitgebreid naar talrijke chronische ziekten, inclusief artrose, getransplanteerden en oncorevalidatie.
Waar een doorsnee arts blijft steken bij algemene adviezen als ‘u moet meer bewegen’, is een sportarts geschoold om dit nader te specificeren qua frequentie, duur, intensiteit en type.
Toekomstvisie qua ontwikkeling van het vak Sportgeneeskunde
- Binnen de sportgeneeskunde gaan zich, naast generalisten, steeds meer superspecialisten ontwikkelen;
- Mede door de dure 2e lijn (louter voor complexe zorg) gaan we in toenemende mate buiten het ziekenhuis werken. Anders gezegd: we gaan ons in de 1,5 lijns zorg positioneren, met een nauwe verbondenheid aan een ziekenhuis.
Bewegen en Sport, als onderdeel van een Gezonde Leefstijl, krijgt steeds meer overheidssteun.
Vandaar: Week van de Sportgeneeskunde: Leef. Streef. Beweeg.